vrijdag 28 augustus 2009

Reisverslag Cambodja


Cambodja, het land dat vroeger synoniem stond voor oorlog, mijnenvelden, wreedheden en onderdrukking van de bevolking door het schrikbewind van de Rode Khmer onder leiding van Pol Pot. Gelukkig is er nu politieke stabiliteit waardoor het mogelijk is het land veilig te bereizen.

We landen op de luchthaven van Siem Reap in Cambodja. Op het vliegtuig hebben we 4 papieren gekregen om in te vullen. Er zaten een heleboel mensen op een rij aan de balie voor het verkrijgen van ons visum in de reispas. Het was niet 4, maar 15 mensen op een rij. Nog een foto nemen, een stempel plaatsen, een handtekening zetten, de dollars incasseren, een klever plakken, nog een stempel met datum in de reispas zetten en nog enkele nummertjes uit uw reispas in de computer steken. De administratieve molen draait hier op volle toeren om in Cambodja te komen.

Bij aankomst in het hotel worden we door het personeel gegroet met beide handen tegen elkaar naar boven gericht en een lichte buiging. De kledij van het personeel viel direct op. De mannen dragen een doek om de heupen gewikkeld. Men gaat dan het uiteinde van de stof tussen de benen doortrekken en aan hun gordel vastmaken. Dan zie je eigenlijk het personeel rondlopen met een raar uitziende broek. Het personeel aan de toegangsdeuren dragen een goudkleurig kroontje. In de inkomhal of in de gangen van het hotel hoor je steeds muziek met de klank van een bel.
Binnen in de inkomhal staat er een xylofoon waarop een meisje regelmatig muziek aan het spelen was. Een leuk versierde kamer in Cambodjaanse stijl en een ligbad waarin enkel koningen mogen liggen. We zijn hier in een koninkrijk aanbeland en wij kunnen hier de koning spelen. Welkom in het koninkrijk Cambodja. Bij het avondeten werd de stoel onder ons gat geschoven en legde men een servet op onze schoot. Als je wil kan je een Khmer massage aanvragen in het hotel. Een volk dat hier gewoon is om te dienen. Niet meer voor de koningen zoals vroeger, maar nu voor de toeristen.

De naam van de stad Siem Reap betekend “Siam verslagen”, wat een verwijzing is naar een overwinning op Thailand in de 16de eeuw. Onder de Franse koloniale bestuur bleef het een rustig dorpje met houten paalwoningen. Maar nu heerst er een en al bedrijvigheid. De stad heeft de ontwikkeling te danken aan de nabijheid van het tempelcomplex Angkor Wat. Het symbool dat ook terug te vinden is op de Cambodjaanse vlag.

Het Khmer is de officiële landstaal die door de overgrote meerderheid van de bevolking wordt gesproken. Het Khmer is geen toontaal zoals het Vietnamees.

De vlag van Cambodja bestaat uit drie horizontale banen, waarvan de buitenste twee blauw zijn en de middelste rood. In het midden van de rode baan staat in het wit een afbeelding van de tempel Angkor Wat. Deze tempel wordt beschouwd als het grootste religieuze bouwwerk ter wereld. De tempel is een van de belangrijkste overblijfselen uit de periode van het Khmer rijk en een nationaal symbool van Cambodja. De blauwe banen staan voor de monarchie. De rode baan, die even breed is als de twee blauwe banen samen, symboliseert het volk. De witte kleur van de tempel staat voor de religie.

Met een TukTuk motortaxi zijn we naar het oude stadscentrum van Siem Reap gereden. De TukTuk motortaxi bestaat uit een karretje waarin 4 mensen kunnen zitten, die wordt voortgetrokken door een brommer. Men kan ze reserveren aan de ingang van het hotel en ze kunnen je op een aangegeven uur terug oppikken op de afgesproken plaats.
Hier zien we direct de monniken op straat lopen met hun oranje gekleurde gewaden. Het regenscherm beschermd hun tegen de zon. Het was op dat moment nog niet aan het regenen.

Hier in het centrum kan je verschillende massagesalons zien. Wil je een traditionele Khmer massage, dan moet je hier zijn. Verschillende vrouwen in traditioneel Cambodjaanse kledij delen reclamebriefjes uit. Men dringt niet aan om U binnen te krijgen in de massagesalons.
Meestal worden de massages verzorgd door gediplomeerde blinde masseurs. De blinde masseurs zijn dankzij hun jarenlange opleiding zeer ervaren en een deel van de inkomsten gaat naar projecten voor blinden in de provincie Siem Reap. De masseurs beheersen verschillende technieken in de massage.

We zijn eerst naar de levendige markt in het oude stadscentrum geweest. Er is ook nog op een andere locatie een avondmarkt, die we later hebben bezocht. Aan de ingang lag er al een verkoper in de hangmat op zijn klanten aan het wachten. Er was een gedeelte met voedingswaren en een non food gedeelte. In het gedeelte met voedingswaren zie je de gedroogde inktvissen en worsten uithangen, de kippen zijn ze aan het pluimen en kuisen, levende palingachtige en andere vissoorten zitten met velen in een plastieken kom met water en dode onbewerkte vissen liggen tussen het ijs. Met hun blote voeten zitten de verkopers op de tafels tussen de groenten en exotische fruitsoorten. Verschillende schelpdieren en ook zelfgemaakte soepen worden er hier verkocht. Verder zagen we ook op een schaal geroosterde spinnen, larven en krekels liggen. De Cambodjanen zijn dol op deze snacks. Geroosterde spinnen zijn een specialiteit en een exotische delicatesse. Je kan wel degelijk alle poten van de geroosterde spin tellen. We eten eigenlijk met onze ogen en dus heb ik geen zakje geroosterde spinnen gegeten. Neen, voor mij geen Khmer hapje. Ook binnenin lagen er verkopers te slapen in zetels. In het stadscentrum of op deze markt kan je vrouwen met een schaal vol met fruit of andere goederen op hun hoofd zien rondlopen. De hygiëne in dit gedeelte voldeed waarschijnlijk niet aan de strengste Europese normen.

In het non food gedeelte kan je oa tafelkleden, kledij, T-shirts, shawls, sierraden, handwerkartikelen, beelden, houtsnijwerk, schilderijen, handtassen, poppen, stenen boeddhabeelden en andere zaken kopen. Stevig afdingen en goed onderhandelen over de prijs is de boodschap hier. Hadden ze niet de juiste maat of de juiste kleur dan gingen ze bij het nabijgelegen kraampje. Ze werken hier goed samen en kennen alle “truuken” van de foor om hun producten te verkopen. Men kan ze hier ook aan het werk zien met houtsnijwerk en steenhouwen. Het zijn kunstenaars die Cambodjanen in het maken van sierlijke figuren.

Verder viel mij ook de borden of panelen op met gemaakte en gecreërde covers van de tekenstrip Kuifje (van Hergé): Kuifje in Cambodja, Kuifje en de Rode Khmer, Kuifje in Angkor Wat, De avonturen van Kuifje in Thailand, Kuifje in Vietnam, …

Deze markt is volledig overdekt. Maar goed ook, want plots begon het hevig te regenen. Hier in Cambodja regent het deze periode van het jaar tamelijk veel en het kan toch enkele uren duren. De karretjes van de TukTuk motortaxi’s zijn voorzien op dit plotse regenweer. Ze laten voor het karretje langs de zijkanten de doorzichtige plastieken schermen naar beneden. De motorrijder van de taxi heeft zijn regenscherm bij zich.

Na de wandeling op de locale dagmarkt zijn we de dorst gaan lessen in een Cambodjaanse bar. Geef mij maar een Angkor bier, de locale biersoort uit Cambodja. Overal kan je hier betaalautomaten vinden waar er enkel Amerikaanse dollars uitkomen. Je kan hier overal met dollars betalen en de prijzen op de prijslijsten zijn overal in dollars aangegeven. De locale munteenheid “riel” heb je hier niet nodig.

We kwamen hier ook de “boom boom room” tegen. Neen, het was niet wat we dachten. Het was een winkel met muziek en kledij. Een Cambodjaan op straat begon, met enige vertraging, te lachen als hij ons bezig hoorde over de “boom boom room”. Toen begreep hij waaraan we dachten.

Hier in het straat beeld wordt je geconfronteerd met de gevolgen van de Rode Khmer terreur. Plots stond er een man met één been voor je met in de linkerhand een kruk en in de andere hand boeken over Pol Pot, die hij trachtte te verkopen. Tijdens de strijd tussen de regering en de Rode Khmer legden beide partijen op grote schaal mijnenvelden aan. Hierdoor werd Cambodja het grootste mijnenveld ter wereld. Een landmijn is een smerig wapen: niet bedoeld om te doden, maar om te verminken en de vijand zoveel mogelijk overlast te bezorgen. Het trappen op zo’n explosief leidt meestal tot amputatie net beven de knie. Cambodja heeft met 40000 verminkten (1 op 280 inwoners) het hoogste aantal slachtoffers van landmijnen ter wereld. Buitenlandse organisaties zijn nu bezig met het ontruimen van de mijnen. Op de markt zag je T-shirts liggen met een doodskop erop en met als tekst eronder: “Danger!! Mines!!”. Ook zag ik hier Cambodjanen met zo een T-shirt rondlopen.

Pol Pot, de leider van de Rode Khmer die verantwoordelijk wordt gehouden voor de verwoesting van zijn land en de dood van miljoenen mensen, werd in 1928 als Saloth Sar geboren. Tijdens zijn studies kwam hij in contact met de marxistische ideologie. Hij ontplooide tal van politieke activiteiten en legde contact met andere Cambodjaanse studenten die later de leiding zouden vormen van de Rode Khmer. Hij sloot zich aan bij de verboden Cambodjaanse Communistische Partij. In 1963 trok hij zich met zijn metgezellen terug in de jungle, stichtte de Rode Khmer en begon een guerrilla tegen het autoritaire bewind van koning Sihanouk. Hij nam de naam Pol Pot aan: een samentrekking van de termen politiek en potentieel. Nadat de Rode Khmer de regering Lon Nol in 1975 hadden verdreven, werd Pol Pot uitgeroepen tot premier. Hij gelastte direct de ontruiming van de steden en stuurde de bevolking het platteland op. Wie weigerde te vertrekken werd ter plekke doodgeschoten. Binnen de drie jaar verloren twee miljoen inwoners het leven. Dit is een vijfde van de toenmalige bevolking. De macht van de Rode Khmer was gebaseerd op nietsontziende terreur. Ze vermoordden op grote schaal de ambtenaren, militairen en politici die voor de vorige regeringen hadden gewerkt. Ook artsen, leraren en andere intellectuelen werden beschouwd als een potentiële bron van verzet. Alleen het dragen van een bril was al voldoende reden om iemand als intellectueel te kwalificeren en zonder pardon te executeren. Wie liet blijken een buitenlandse taal te beheersen, kon hetzelfde lot verwachten. Of monikken die weigerden hun geloof af te zweren. Om munitie te sparen knuppelden de Rode Khmer hun slachtoffers dood en dumpten de lichamen in massagraven, de Killing Fields, de “velden des doods”. Sommigen moesten zelf hun graf delven. Op een herdenkingsplaats nabij de hoofdstad Phnom Penh, kan je de opgestapelde schedels en botten van de slachtoffers zien liggen. Het optreden van de Rode Khmer leidde tot volkerenmoord. Naast massa executies eisten ondervoeding en loodzware arbeid hun tol. Je zou misschien zelf wel de spinnen, sprinkhanen of krekels beginnen op te eten om te overleven.

De regering Pol Pot voerde een radicale verandering van de samenleving door. Dit beleid betekende een volledige breuk met het recente verleden, een nieuw begin dat het jaar 0 werd genoemd. Op de puinhopen van de oude maatschappij moest een nieuwe agrarische communistische heilstaat verrijzen. Alles wat naar kapitalisme rook, werd met wortel en tak uitgeroeid. De handel werd stilgelegd en het privé bezit afgeschaft. Het einddoel was een staat die zich zelf kon bedruipen en onafhankelijk was van de kwalijke invloeden van buiten. Daarom gingen de grenzen potdicht. Cambodja was veranderd in één groot arbeidskamp.

De leiding van de Rode Khmer droomde van het herstel van het rijk van Angkor, inclusief delen die tot de buurlanden behoorden. Dat bracht de regering Pol Pot in conflict met de voormalige bondgenoot Vietnam. Na talrijke grensincidenten en overvallen door de Rode Khmer op dorpen in de delta van de Mekong besloot Vietnam terug te slaan. De Vietnamezen staken met een invasiemacht de grens over en veroverden de hoofdstad Phnom Penh. Men riep de volksrepubliek Kampuchea uit. Aan de terreur van drie jaar acht maanden en twintig dagen was een einde gekomen. Deze Vietnamese invasie heeft ontelbare Cambodjanen het leven gered. Er werd een nieuwe regering geïnstalleerd. Beetje bij beetje keerde het normale leven terug. De Rode Khmer hadden zich terug getrokken in de jungle en van daaruit begonnen ze een guerrilla tegen de nieuwe regering. Een strijd die ze nog 15 jaar konden volhouden. De burgeroorlog leidde tot hongersnood en bracht een grote vluchtelingen stroom op gang. Honderdduizenden Cambodjanen staken de grens over, om vervolgens weg te kwijnen in Thaise opvangkampen. In 1989 trok Vietnam zijn troepen terug uit Cambodja. Het land kon de kosten van een bezettingsleger niet langer opbrengen. De terugtrekking maakte de weg vrij voor de vredesakkoorden van Parijs in 1991.

Eerst hebben we onze toegangspas gaan halen om hier de verschillende tempelcomplexen te kunnen bezoeken. Weer nemen ze een fotootje voor op de toegangspas. De administratieve molen (of geld molen) moet blijven draaien.

Het vroegere Khmer rijk kende 3 periodes en duurde ruim 600 jaar van 802 tot 1431: de pré Angkoriaanse periode vanaf de 9de eeuw, de Angkoriaanse periode vanaf de 11e eeuw en de post Angkoriaanse periode in de 14e en 15e eeuw. Angkor was de hoofdstad van dit machtige rijk van de Khmer. De tempels die in deze periode in en rond de stad verrezen, zijn het hoogtepunt van de bouwkunst in Zuidoost-Azië. De bouwwerken waren staatstempels, bedoeld voor de cultus van de god-koning. Doordat de koningen hun voorgangers probeerden te overtreffen in bouwprestaties, ontstonden steeds ingewikkelder complexen, met heiligdommen, hallen en galerijen, al dan niet versierd met bas-reliëfs. Eigenlijk vormen ze hier één groot openluchtmuseum. Het is vooral in de Angkoriaanse periode dat er een bouwexplosie plaatsvond zonder weerga. In een tijdsbestek van twee eeuwen werden enkele van de mooiste bouwwerken ter wereld gerealiseerd, met als bekroning Angkor Wat en de tempels van Angkor Thom. Angkor Wat, de grootste en beroemdste tempel van het rijk weerspiegelde de macht en welvaart van de Khmer. De constructie ervan was zo duur dat de bodem van de schatkist in zicht kwam. Dat leidde uiteindelijk tot een verzwakking van het rijk. In de post Angkoriaanse periode begon het verval. Door oorlogen en de grote bouwprojecten waren de financiële middelen uitgeput en er werden geen stenen tempels meer opgericht.

We gaan eerst naar het tempelcomplex Banteay Srei, deze ligt op 30km van Siem Reap.
Onderweg langs de wegen komen we veel paalwoningen tegen. Dit is niet alleen omdat er veel overstromingen zijn door de regen, maar ook om zich te beschermen tegen wilde dieren zoals tijgers en ook slangen. Gelukkig zijn we deze beestjes niet tegengekomen. De ruimte onder het huis gebruiken ze als een stapelruimte voor hangmatten, brommers, karren, manden, zakken en andere materialen. Soms kan je ook waterputten langs de huizen zien. De aarde langs de wegen zien er soms roodachtig uit.

Weer zijn er veel rijstvelden te zien onderweg en boeren die de rijstvelden met de waterbuffel en houten ploegen aan het bewerken zijn. Ook zie je de werkende mensen in de rijstvelden met blote voeten in de rijstvelden staan. Opletten in het verkeer! Ziehier langs de weg, een kar voortgetrokken door 2 ossen. Buffels waren langs de weg vastgebonden aan een boom en zaten zich te wentelen in de modder. De landbouw is erg kwetsbaar door klimatologische omstandigheden. In de regentijd kan enorme schade worden aangericht, overigens net als in perioden van grote droogte.

Langs de weg kan je ook panelen zien met drie foto’s erop. In het midden kan je de foto zien van de minister president, links de voorzitter van de assemblee en rechts de voorzitter van de senatoren. In Cambodja heeft men twee parlementen. In het huidige Cambodja zijn er 3 grote partijen. Ook zie je foto’s van de koning en zijn vrouw langs de weg.

Bij het afstappen van de bus in Banteay Srei werden we aangeklampt om allerlei spullen te kopen, zoals stoffen doeken, boeken over de verschillende tempels en dit in verschillende talen, postkaarten, halskettingen, armbanden, muziekinstrumenten, enz… Vlug onze toegangspas tonen aan de ingang van Banteay Srei. De toegangspoort sprong direct in het oog, met zijn prachtige decoraties. Het is niet de monumentale omvang of de architectuur die hier de aandacht trekken, maar de bijzondere gedetailleerde inkervingen van adembenemende schoonheid. De Khmer gebruikten een zacht soort rode zandsteen dat zich gemakkelijk liet bewerken. Doordat het zandsteen na bewerking in de loop der jaren harder werd, zijn de reliëfs goed bewaard gebleven. De inkervingen geven mooie figuren in de stenen, die verhalen en mythen uitbeelden. Eigenlijk weet men niet hoelang en met hoeveel man men hier aan gewerkt heeft. Binnen een ommuurd terrein bevindt zich de hoofdtempel. De toegangspoort hier heeft decoraties met bloemen en bladmotieven. Hier zie je naast de bibliotheek, de torens die opgedragen zijn aan de goden Shiva en Vishnoe. Het is alsof de beeldhouwers geen centimeter onbenut wilden laten op de tempels. In de nissen op de hoeken van de torens zijn beelden te zien van goden en godinnen, de vrouwen gehuld in traditionele kleding met sieraden. Aan de ingangen van de tempels zie je beelden van aapjes, die tamelijk modern waren.

Hier binnen Banteay Srei weerklonk traditionele Cambodjaanse muziek. Er waren een aantal mensen, allen met verschillende instrumenten, deze muziek aan het spelen. Meestal zijn dit slachtoffers van de landmijnen die een groepje vormen. Je kan bij hen ook een CD met deze traditionele Cambodjaanse muziek kopen. Deze muzikanten kan je ook tegenkomen in andere tempelcomplexen.

Bij het buitenkomen van Banteay Srei werden we geëscorteerd naar de bus. Een kind liep links en een ander kind liep rechts van je. En maar aandringen om iets te kopen. Please only one dollar! Zelfs al zit je op de bus dan nog kloppen ze op het raam van de bus en tonen ze hun verkoopswaren.

Vervolgens hebben we door de jungle overwoekerde Ta Prohm tempelcomplex bezocht. Hier kan je zien waartoe de vernietigende kracht van de natuur in staat is. Gigantische boomwortels houden de stenen in een ijzeren wurggreep, planten ontspruiten in de voegen en bomen groeien op muren of boren zich door de daken. Het werd vroeger als boeddhistisch klooster gebouwd in de 12e eeuw door de koning. Hier hangt een sfeer zoals in de films van Indiana Jones. Men heeft hier niet veel restauratie werk gedaan, om te laten zien hoe het er oorspronkelijk uitzag. Het is als het ware een doolhof, met vergane torens, binnenplaatsen, galerijen, halfingestorte gangen en bemoste reliëfs. In de grote stenen blokken kan je gaten zien. Dit werd gebruikt om er stokken door te steken en deze stenen blokken te verplaatsen. Maar hoe kregen ze in godsnaam in die tijd die gaten in deze reuze blokken? Ze moesten het in die tijd doen zonder geavanceerde elektrische industriële boormachines.

Het volgende tempelcomplex in de rij is Banteay Kdei. Dit lijkt qua ontwerp op het vorige tempelcomplex Ta Prohm, maar is wat kleiner en niet zo overgroeid. Vroeger was dit een boeddhistisch klooster en is in dezelfde periode gebouwd als Ta Phrom. Op de toegangspoorten naar het tempelcomplex kan je bovenaan verschillende gelijkaardige gezichten herkennen. Deze gezichtstorens bestaan uit 4 gezichten, die elk in een windrichting kijken. De gevormde gezichten in de gezichtstorens zijn misschien wel 3 meter hoog. Hier zie je dat de tempels met houten planken en balken ondersteund worden. Er was hier een toren door middel van verschillende strips omgeven om de verschillende stenen uit de toren bij elkaar te kunnen houden. Hier is er wel degelijk instortingsgevaar. Het is hier ook nooit grondig gerestaureerd. Hier kan je ook nissen bewonderen met beelden van sierlijke godinnen. Binnenin de tempel kan je een boeddha beeld zien met ervoor een pot om wierookstokjes in te steken.

Voor het eten kregen we weer verschillende schotels met eten. De basis voor iedere maaltijd is rijst. Naast rijst is vis het hoofdbestanddeel van de Cambodjaanse maaltijd. Vis is goedkoop en komt uit het meer van Tonlé Sap. De kust wateren zijn hier rijk aan schaaldieren. De vis wordt in soepen en salades verwerkt. In de Cambodjaanse gerechten gaat men minder gebruik maken van vlees en vet. Vlees is ook een stuk duurder en wordt enkel maar voor speciale gelegenheden gebruikt. Soep is geen voorgerecht en wordt samen met andere gerechten opgediend. Er werd ook een gerecht voorgeschoteld die we uit een kokosnoot moesten scheppen. Ook waren er schotels met kip, varkensvlees en groenten. Als afsluiter krijg je nog een dessert. De grootste houvast had ik aan de rijst in de maaltijden. De rijst was altijd en overal lekker. Bij de meeste andere schoteltjes heb ik niet gevochten om de schaambrokjes op mijn bord te hebben. Het was niet altijd mijn smaak.

Het afruimen van de schotels op de tafel kan vlug verlopen. In een ander restaurant werd de bediener tegengehouden om de bijna lege schotels al weg te nemen. Ze gaven ons de tijd om de schotels leeg te eten. Men kende hier de Europese gewoonte om te wachten met afruimen van de schotels als iedereen aan tafel zijn bord leeg had. De Cambodjanen in dit restaurant hadden zich aangepast aan onze cultuur of onze eet gewoontes.

Het eten is hier over het algemeen iets meer gekruid en pikanter. Dit merkte ik het meest op bij het eten van een spaghetti bolognaise in een restaurant. Je kan het brandende gevoel in de mond hier altijd blussen met een Angkor biertje.

Preah Khan is gebouwd in de 12de eeuw. Vroeger was dit ook de tijdelijke residentie van de vorst tot de bouw van Angkor Thom was voltooid. De tempel was oorspronkelijk gewijd aan boeddha. In de 13e eeuw werden er hindoe elementen aan toegevoegd. Preah Khan betekent “stad van het heilige zwaard”, naar het symbool van de vorsten van Angkor. Wie dit magische wapen bezat, had de macht. Preah Khan was vroeger een klooster en een centrum van onderwijs. Er woonden tienduizenden mensen op het complex, waaronder monniken, docenten, ambtenaren, bedienden en vele danseressen. De tempel is gedeeltelijk vervallen en de wurgbomen zijn hier terug te zien. Dit complex is men wel bezig aan het restaureren. De weg over de gracht heeft balustraden met links beelden van goden en recht beelden van demonen met in hun handen een slang. Ze trekken allen aan deze heiligenslang. Ik merk dat hier dat de meeste hoofden van deze beelden ontbreken. Aan het begin van de balustrade zie je links en recht de heiligenslang met meerdere koppen in verwerkt. Na het passeren van de gracht en de buitenmuur voert een pad naar de tempel die bestaat uit een wirwar van binnenplaatsen, smalle gewelfde gangen, hallen en nissen. Boven de ingangen op de muur zie je een volledige rij van danseressen. Je kan hier ook een paviljoen zien, met twee verdiepingen en ronde zuilen, die vroeger dienst deed als bibliotheek. Ook zie je hier opeengestapelde stenen. Dit ritueel doen ze om wensen te doen. Ze rekenen op de goden en kosmische krachten opdat hun wensen zouden uitkomen.

Soms kom je op deze archeologische sites monniken tegen, maar ook verminkte mensen aan voeten, of met geamputeerde benen. Na het geven van een offer bij de monniken mag je een wens doen.Verder lopen vooral kinderen naast je om hun armbandjes te verkopen. “Five for one” dollar! It’s for you wife, for your girlfriend. Please.
Moest ik ze verkopen, dan zou het “one for five” dollar zijn. Hier ligt er bij het buitenkomen van het tempelcomplex ook iemand in zijn hangmat een dutje te doen. Het viel mij ook op dat er vele kinderen in Cambodja rondlopen op hun blote voeten.

De kinderen lopen naast U en blijven maar zagen om iets te kopen voor “one” dollar. Je zou de indruk krijgen dat ze geen geld hebben. Na de koop van enkele postkaarten en het geven van een briefje van 10 dollar hiervoor hadden ze geen probleem om 9 dollar terug te geven. Ze zijn wel degelijk rijker dan ze ons laten uitschijnen.

Vervolgens zijn we naar Neak Pean gaan kijken. Dit complex uit het eind van de 12de eeuw bestaat uit een vierkante vijver met eromheen vier bassins en in het midden een rond eiland met een toren. Hier kan je naast de toren in de vijver ook het beeld zien van een vliegend paard. Dit stond symbool als de redder van schipbreukelingen. Via spuitgaten in kleine paviljoens stroomde het water van de centrale vijver naar de omringende bassins. De spuiten hebben de vorm van het hoofd van een mens, leeuw, paard en een olifant. In de paviljoens namen de pelgrims een ritueel bad en zochten genezing voor hun kwalen.
In de omgeving van dit tempelcomplex zag ik een paar buffels aan het grazen met een koeienbel rond de nek. Ook liepen er hier een paar levende gepluimde kiekens rond. Je kon een ophoping van aarde zien rond een boomstam. Dit waren termietennesten die je hier veel kon zien in de bossen.

Bij de Cambodjanen viel mij op dat hun ogen wijder open stonden en dat ze een donkere huidskleur hadden. Verder viel op dat ze soms aanstekelijk kunnen lachen. En dat voor een volk dat zo heeft geleden en waarvan velen in armoede leven. Lachen zal misschien bevrijdend werken? Je kan de verkopers aan de archeologische sites aan het lachen brengen door ze een complimentje te geven of door ze te imiteren. Maar als die lach verdwijnt zie ik op hun gezichten gevoelens van verdriet, hulpeloosheid, machteloosheid, verlegenheid, onzekerheid en andere pijnlijke gevoelens. Ze lachen U zeker niet uit, maar camoufleren door hun lach deze negatieve gevoelens of weten zich geen houding te geven. De sporen van dit moordende regime onder de Cambodjaanse bevolking kan je zo maar niet wegvegen hoor. Cambodjanen kunnen op de vreemdste momenten en zonder ogenschijnlijke aanleiding beginnen te lachen. Dit kan gebeuren als ze door een buitenlander aangesproken worden. Zelfs bij het fotograferen van een oudere vrouw nabij het Tonlé Sap meer, begonnen ook de andere Cambodjanen in de nabijheid spontaan te lachen.

Op de scholen wordt er weinig geleerd en gesproken over de geschiedenis van de rode Khmer periode van 1975 tot 1979 aan de kinderen. Als de Cambodjanen het “rode Khmer trauma” wil verwerken, is het beter hierover te praten met de volgende generaties en het niet te verdringen. We zouden moeten leren van de geschiedenis. Deze gebeurtenissen veeg je zomaar niet van tafel en zal nog voor pijn zorgen in de volgende generaties. Tegenwoordig worden de Cambodjanen weer getroffen en uit hun huizen gezet of weggejaagd: vroeger door het rode Khmer regime, nu door het kapitalisme. In de grote steden zoals de hoofdstad Phnom Penh worden de arme Cambodjanen door bouwondernemers uit hun huizen weggejaagd. Ook is er hierbij corruptie en krijgen beleidsmensen geld om dit toe te laten. Zo vluchten de Cambodjanen weer en leven soms in tenten.

Cambodja is een arm land en 35% van de bevolking leeft onder de armoede grens. Sommigen hebben een inkomen van minder dan 1 dollar per dag. Door dit onvoldoende inkomen hebben de meeste het moeilijk om aan de meest elementaire levensbehoeften te kunnen voorzien. Hier in Cambodja is er wel geen geboorte beperking. Na de rode Khmer periode was er wel een baby boom.

De medische zorg staat ook op een laag peil. Er is slechts één arts op 15000 inwoners. Zelfs de betere ziekenhuizen hebben een tekort aan medicijnen en noodzakelijke apparatuur. De Cambodjanen zijn dus kwetsbaar voor ziekten. Ook heeft Cambodja te kampen met de gevolgen van aids die zich vooral verspreidt via de prostitutie. Iedere nieuwe dag komen er ongeveer 100 nieuwe besmettingen bij. Het grote aantal gehandicapten komt er nog eens bij, het droeve resultaat van de landmijnen en de oorlog.

Per dorp hebben ze hier ook een dorpshoofd. Zijn voornaamste taak bestaat hoofdzakelijk tot het doorgeven van de geboorten en de doden in zijn dorp.

Het hoofd is letterlijk en figuurlijk het hoogste deel en geldt als zetel van de ziel. Raak daarom nooit het hoofd van iemand aan, want dat is een belediging. Aai dus geen kinderen over hun bol.

Toon in het openbaar geen gevoelens als kwaadheid, want dat is onbeleefd en het levert niets op. Kalm blijven en rustig uitleggen wat U wilt, is een stuk productiever.

In het verkeer zie je weer fietsers, brommers, karren, auto's en andere voertuigen, volgeladen met mensen en goederen. Ze kunnen hier ook met 4 op een brommer zitten. Je kan hier ook mensen op de brommers zien zonder helm. Ook zie je hier mensen rondwandelen met een eetstalletje. Achter het glas zie je dan het exotische fruit liggen. Ook hebben enkelingen hier in het verkeer een monddoek aan. Je kan hier ook een vrouw met een schaal fruit op haar hoofd zien rondlopen. Je kan ze hier een tijdje met de wagen, brommer of motortaxi langs de zijkant van de weg tegen de stroom van het verkeer zien rijden. Na een tijdje wringen ze zich tussen het rijdende verkeer aan de linkerkant naar de rechterkant toe, welke de juiste rijrichting is. Ze kunnen U zowel links als rechts voorbijsteken in het verkeer.

Als je langs de straat liep, merkte ik op dat een oudere vrouw tamelijk lang naar je bleef kijken. Dit kan erop wijzen dat ze nog niet gewoon is om een toerist in Cambodja te zien. In het stadscentrum kan je veel toeristen zien rondlopen en daar heb ik het niet voorgehad dat men mij lange tijd aanstaarde. Cambodja is door de politieke onstabiliteit lange tijd niet toegankelijk geweest voor toeristen.

Men kan je langs de straat wel aanspreken om U met hun TukTuk motortaxi of brommer te vervoeren. Ze dringen wel niet aan als je geen nood hebt aan vervoer. Tijdens het wachten op klanten, doen ze verder een “tukje” in hun TukTuk motortaxi. Op de verkeerslichten kan je zien hoelang het nog op rood of groen zal staan. Ook bij een oranje licht telt men 4 seconden af.

Soms zie ik terug huizen met een smalle structuur, zoals in Vietnam. Maar je kan ook zien aan de hotels en aan de daken van verschillende gebouwen dat er invloeden zijn vanuit Thailand in de architectuur.

De avond is gevallen, we kunnen naar de avondmarkt in het oude stadsgedeelte van Siem Reap. Verlichte wegwijzers gaven aan waar we moesten zijn. Deze avondmarkt was ook te vinden op een andere locatie dan de dagmarkt. Op de avondmarkt kan je geen groenten, fruit en andere etenswaren kopen. Allerlei non food artikelen kon je hier vinden. Vergeet niet af te bieden bij het onderhandelen over de prijs. Je kon hier ook voor een voetbehandeling bij “Dokter Fish” terecht. Voor enkele dollars kon je 15 minuten of langer met de voeten in een bad zitten vol met kleine visjes. Deze visjes knabbelen gretig de parasieten en andere vuiligheid aan je voeten weg. Weg dus met de stinkvoeten.
Ook kon je hier op de avondmarkt een muziekgroepje traditionele Cambodjaanse muziek horen spelen. Hier zaten weer landmijn slachtoffers tussen. De krukken lagen naast de muzikanten.

Na het wandelen op de avondmarkt zijn we onze dorst gaan lessen in een bar, buiten op een terras. Van zodra we opstonden begon er een gevecht en geroep op straat tussen de vele TukTuk motorrijders om ons als klant te hebben in hun TukTuk motortaxi. Wat een prachtig spektakel, en dit voor “one” dollar vervoerskosten. De klant was hier weer de koning. We konden de TukTuk motor taxibestuurder uitkiezen, die ons terug naar het hotel zou voeren.

Het viel mij ook op dat het grootste gedeelte van de bevolking, de talen wel goed beheersen om met de toeristen te communiceren. Als je handel wil drijven op de markten is het best dat je een mondje Engels kan.
In een restaurant was de ober zijn Frans aan het verbeteren. We kregen allemaal een extra leeg bord tijdens de hoofdmaaltijd. Het is voor de “dessert” zei de ober. Alé dit verstonden we toch. Dus iedereen laat zijn visgraten, beenderen en andere restafval op zijn bord liggen.
Na de hoofdmaaltijd nemen ze het extra lege bord terug weg dat zou dienen voor het “dessert” en we moesten eigenlijk nog onze dessert krijgen. Door zijn slechte uitspraak bedoelde de ober eigenlijk “déchet” of restafval. We mochten eigenlijk het restafval op het extra lege bord leggen tijdens de hoofdmaaltijd. Door deze onduidelijke Franse uitspraak van de ober zullen ze nu met minder afwas zitten.

Cambodja was vroeger een kolonie van Frankrijk. In 1941 plaatste de Franse gouverneur Norodom Sihanouk op de troon. Met de 19-jarige, onervaren koning dachten de Fransen een gewillig instrument in handen te hebben. Dat bleek een misrekening, want Shinanouk eiste onmiddellijk de onafhankelijkheid voor zijn land op. Hier begon zijn actieve bemoeienis met de Cambodjaanse politiek. In 1953 werd Cambodja onafhankelijk en droeg Frankrijk de soevereiniteit over aan de Cambodjaanse regering. Norodom Shinanouk leidde zijn land naar onafhankelijkheid en domineerde tussen 1955 en 1970 afwisselend als koning, staatshoofd en premier de politiek. In maart 1970 pleegde de rechtse generaal Lon Nol een staatsgreep. Shinanouk ging in ballingschap in China. Lon Nol schafte de monarchie af en riep de republiek uit. Direct na zijn machtsgreep vroeg Lon Nol steun aan de Verenigde Staten om een einde te maken aan de aanwezigheid van Noord-Vietnamese troepen op Cambodjaanse bodem. In 1970 kwamen Amerikaanse troepen het land binnen, met als gevolg dat de oorlog in Vietnam zich nu ook tot Cambodja uitbreidde. De grote aantallen slachtoffers die bij de vernietigende luchtaanvallen van de Amerikanen vielen, dreven de bevolking in de armen van de Rode Khmer. Op 1 april 1975 trad Nol Lon af. De troepen van de Rode Khmer kwamen de hoofdstad Phnom Penh binnen en werden door de inwoners ingehaald als hun bevrijders. Ze konden niet weten dat ze aan de vooravond stonden van één van de ergste tragedies in de Cambodjaanse geschiedenis. Na de verkiezingen van 1993 nam het parlement een nieuwe grondwet aan en werd Cambodja weer een koninkrijk. Sihanouk keerde terug naar Cambodja, om na 38 jaar opnieuw tot koning te worden gekroond.
In 1985 legde Pol Pot zijn functie als leider van de Rode Khmer neer, hoewel niemand er aan twijfelde dat hij achter de schermen nog steeds de touwtjes in handen hield. De verdeeldheid binnen de Rode Khmer leidde in 1997 tot de arrestatie van Pol Pot door zijn voormalige wapenbroeders. Hij werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld en overleed op 15 april 1998 aan een hartstilstand. Volgens andere hardnekkige geruchten zou hij zelfmoord gepleegd hebben.

’s Morgens vroeg zijn we naar de tempelberg Bakong gaan kijken. De verkopers waren verrast en zaten nog niet in de startblokken om hun goederen aan te bieden. Vlug werden alle verkoopsgoederen genomen en met een scherpe sprint kwamen ze op ons afgevlogen. Aan de ingang van de tempelberg passeerde er ons een brommer met 3 monniken in oranje gewaden. Naast deze tempelberg was er een boeddhistisch klooster en trekt veel monniken aan. Deze staatstempel werd het prototype voor alle tempelbergen die volgden in de regio. Bij deze tempelberg is het klimmen naar boven. Langs de andere kant klimmen we terug naar beneden. Het lijkt op een piramide met vijf verdiepingen. Op alle hoeken van de eerste drie niveaus staan stenen olifanten. Op het bovenste terras staat er een centrale toren. Rond de tempelberg kan je vier bakstenen torens zien.

Nadien zijn we naar het Tonlé Sap meer gereden. Zeg maar de levensader van Cambodja. Met de bus komen we terecht op een hobbelige aardeweg en rijden tussen de verschillende paalwoningen. De bewoners en vooral kinderen wuiven ons al toe. Daarna zijn we met een boot op het Tonlé Sap meer gaan varen. De omvang van het meer is afhankelijk van de seizoenen. Het Tonlé Sap meer staat in verbinding met de Mekong rivier. In het droge seizoen, van november tot april, stroomt het water van het meer terug naar de Mekong rivier. Maar als die rivier in het regenseizoen de enorme hoeveelheid water niet meer kan verwerken, veranderd de rivier de Tonlé Sap van stroomrichting en loost het overtollige water in het meer. Daarmee functioneren het Tonlé Sap meer en de Mekong rivier als communicerende vaten. Tussen het laagste en het hoogste niveau van het meer kan er 7 tot 8 meter zijn. (tussen minimum 2 meter diep en maximum 10 meter diep) Het meer van Tonlé Sap, dat in de droge tijd een oppervlakte heeft van ongeveer 2500 km². Tijdens het regenseizoen verdubbeld het in omvang en is daarmee het grootste zoetwatermeer in Cambodja. Het meer is bijzonder visrijk en de vruchtbare bodem rond het water is uitermate geschikt voor landbouw. Als het water zich terugtrekt, blijft er aan de oevers een laag vruchtbaar slib achter die uitstekend geschikt is voor de verbouw van rijst. In het Tonlé Sap meer wordt er 300000 ton vis gevangen per jaar.

Langs het meer kan je paalwoningen zien met vaste bewoners. Met een houten trap kunnen ze vanaf het water naar hun woning gaan. De woningen zijn voornamelijk gemaakt van hout. Op de daken kun je golfplaten of een rietdak zien. Op het meer kan je ook drijvende woonplatformen of woonboten zien. Deze bewoners verplaatsen zich op het water 2 maal per jaar. Er is veel activiteit te bewonderen op dit meer. Er varen veel verschillende boten op dit meer en soms waren de boten enorm kleurrijk. Hele families zijn hier in de weer om zoveel mogelijk vissen met fuiken, netten, rieten manden of zelfs met de blote handen te verschalken. Je ziet ze langs de zijkant van de rivier in hun bootje alleen zitten met een schepnet dat op en neer gaat. De boten liggen langs de rand tamelijk schuin in het water. Op de daken van de drijvende woningen en ook bij de paalwoningen langs het meer kan je televisieantennes zien. De elektriciteit die ze gebruiken komt van batterijen. Die kan je soms zien liggen in een boot. Men gaat de opgeladen batterijen namelijk gaan halen uit andere dorpen.
Bij een voorbijvarende boot was men er zelfs water aan het uitscheppen. Langs het water kan je ook aangemaakte visvijvers zien. Er werden verschillende stokken in het water gezet langs de rand van het meer omgeven door fijne netten of een rieten omheining eromheen. Zo zie je regelmatig boten op het meer die lange stokken vervoeren. Je kan hier ook libelles zien vliegen over het meer.
De vismanden kun je op verschillende plaatsen in het water zien liggen.
Ook kan je op sommige plaatsen in het meer, vooral langs de zijkant van het meer, helder blauw water zien. Meestal heeft het water hier een bruinachtige kleur. Dit komt omdat bij het blauwe water de sedimenten onder het water liggen en over deze plaatsen geen boten varen. Waar er boten varen kan men het omwoelen, zodat men een bruinachtige kleur ziet. Ook zag je verschillende mensen op het water een monddoek dragen.

Vervolgens hebben we nog een wandeling gemaakt tussen de verschillende paalwoningen om een indruk te krijgen hoe ze hier leven. De oranje gewaden van de monniken waren op de paalwoningen aan het drogen. Er liepen hier ook monniken rond. Opvallend was wel dat de kinderen hier niet aan het bedelen waren naar geld. De mensen die hier leefden zagen er over het algemeen tevreden uit over hun levensstijl. Hier zwaaien de bewoners en vooral kinderen vanuit hun paalwoningen naar ons. Ook hier vrolijken de kinderen ons op met hun aanstekelijke lach.

De reparatie van de verschillende boten werden langs de oever van het Tonlé Sap meer gedaan. Men gebruikte pek om de gaten in de boten te repareren. Je zag als het ware een scheepswerf in het klein langs de oever. Het vismateriaal, zoals vismanden, netten, houten stokken of boten kon je onder de huizen zien liggen. Je kan hier ook een loslopend zwijntje of honden zien rondlopen. Soms kan je ook een langgerekte tractor met kar zien verschijnen. Er passeerde ons ook een volgeladen brommer. De reling bovenaan hun huizen versieren ze met bloemen of bloembakken. Ook was er een hoge mast te zien. Het zal toch geen GSM mast zijn zeker? Die past hier volgens mij voorlopig nog niet in het plaatje.

Langs de weg zie je kraampjes langs de weg met voeding, snacks of soms locale specialiteiten. De bus is gestopt bij zo een kraampje. Er werden enkele lekkernijen gekocht voor de groep om ze te proeven. Er werd een zakje met sprinkhanen gekocht en op een andere plaats de locale lekkernij “grolan”. Ik heb toch een sprinkhaan proberen te eten en vond dat er niet veel smaak in zat. Het eten van deze insecten zou blijkbaar wel gezond zijn. Helaas in het zakje bleven er nog veel sprinkhanen over na de ronddeling op de bus. We stonden niet te springen om zoals bij een zakje chips er meerdere uit te halen. Alé, niet OK en alles niet goed deze keer. De “grolan” is een mengeling van kleefrijst, kokosmelk en bonen die in bamboekokers boven het houtskoolvuur worden bereid. Je pelt de bamboe af zoals een banaan en je kan het klaargemaakte mengsel proeven. Deze locale specialiteit was wel lekker. Verder kan je ook kraampjes zien waar ze niet alleen eten, maar ook flessen met drank verkopen.

OK, alles nog goed. Ja hoor! We rijden naar het beroemdste en spectaculairste monument van Agkor. Het mooiste voorbeeld van de kunst en architecture van de Khmer op hun hoogtepunt. De bouw hiervan duurde 30 jaar. We werden afgezet langs het water om reeds een eerste blik op Angkor Wat te hebben. Eventjes paniek bij het vallen van enkele regendruppels. De regen ging even vlug weg als dat ze plots gekomen was. De tempel met de vijf torens is vanwege de uitgebalanceerde compositie een van de volmaaktste bouwwerken in Cambodja. Het complex heeft een totale oppervlakte van 80ha. Het is daarmee het grootste religieuze gebouw dat de mensheid heeft opgericht. De gracht die rond het tempelterrein ligt is ongeveer 200 meter breed en heeft een omtrek van meer dan 5 km. Het was een gigantisch werk om dit allemaal manueel uit te graven. Via een verhoogd pad lopen we over de gracht naar het tempelcomplex. Deze toegangsweg is gemaakt van massieve blokken zandsteen. Bij het nemen van een foto stonden de vele rondvliegende libelles ook mee op de foto. Het krioelde hier van deze vliegende beestjes. Aan het einde van de toegangsweg kwamen we bij de buitenste muur. De eerste van de vier concentrische muren die de centrale tempel omringen. Vanaf de poort leiden galerijen links en rechts naar de Entrees van de Olifanten, de plaats waar deze dikhuiden het complex betraden. De galerijen vormen samen een 220m lange façade. Hierachter loop je over een 350m lang en 9m breed wandelpad met balustraden door een groot open terrein. Langs weerzijden van het pad ligt een gebouwtje dat als bibliotheek dienst deed. Aan het einde van het pad verrijzen reeds drie van de vijf torens van Angkor. Langs beide kanten liggen er ook 2 rechthoekige vijvers. Alleen deze aan de linkerkant is gevuld met water. Hier kan je een prachtige foto van Angkor Wat nemen, waarvan de torens weerspiegelen in de vijver. Naast de vijver stond er ook een paard te grazen.

Via een kruisvormig Ereterras, bewaakt door stenen leeuwen, bereiken we het eerste van de drie niveaus van de tempel. Op dit terras werden vroeger ceremoniële dansen opgevoerd en de koning hield er audiëntie. Het eerste niveau is 4 m hoog en wordt omringd door een 800 m lange zuilengalerij met magnifieke bas-reliëfs. Achter de toegangspoort bevindt zich een vierkante ruimte met 2 galerijen: de Hal van de 1000 boeddha’s en de Hal van de Echo’s. Het tweede niveau is omsloten door een galerij met torens op de hoeken. Het derde en hoogste niveau was alleen toegankelijk voor de koning en de hogepriester. Hier verrijst de 42 m hoge majestueuze centrale tempel, met op de top het heiligdom van de god Vishnoe. De trappen naar het tweede niveau zijn zeer stijl naar boven toe. Er waren hier ook restauratiewerken aan de gang. Maar eigenlijk verkeert het nog in een goede staat. Dit komt omdat het eigenlijk nooit geheel verlaten is geweest. Na het vertrek van de laatste koning in 1431 bekommerden boeddhistische monniken zich om het onderhoud van de tempel.

De muren van de zuilengalerij rond het eerste niveau tonen bas-reliëfs van uitzonderlijke kwaliteit. De 2 m hoge panelen beslaan een oppervlak van 1200 m² en vormen samen het grootste aaneengesloten bas-reliëf te wereld. Echt prachtig om te zien. De beeldpartijen zijn uit zandsteen gehakt. Soms zie je op de panelen sporen van een zwarte en rode kleur. De panelen waren vroeger bedekt met een rode en zwarte verf of verguldsel. De glimmende delen verraden de talrijke aanrakingen van mensenhanden door de eeuwen heen. De borsten van een sierlijke “aspara”, een hemelse godin met exotische haardracht en extravagante juwelen, waren aan het glimmen. Er zijn hier dan al veel snoepers geweest die niet van haar rondborstige vormen konden afblijven. De inspiratie haalden de kunstenaars uit de Indische dichtwerken, legenden rondom de god Vishnoe en historische gebeurtenissen. Zo is er oa een triomftocht afgebeeld van de koning en zijn leger. Ook kan je een briljante uitvoering zien uit het beroemde dichtwerk “het karnen van de oceaan van melk”. Er is ook een scène die de overwinning van Vishnoe op de demonen afbeeld om het levenselixer in handen te krijgen. Of de mythologische strijd tussen hoofdgoden en demonen. Het gewone volk mocht niet verder gaan dan het eerste niveau. Hier konden de mensen de bas-reliëfs bewonderen die bedoeld waren als religieuze en staatskundige les, ter meerdere eer en glorie van de goden en de god-koning.

Op de laatste avond zijn we met de groep in een lokaal restaurant gaan eten. In dit restaurant kon je ook Europese gerechten verkrijgen. Eerst een lekkere cocktail om mee te beginnen. Ik heb hier naast een lekkere soep, een Cambodjaanse steak besteld en gegeten. Amaai! wat was deze taai om in te snijden. Soms kan het een tijdje duren voor je eten hebt gekregen. De hoofd kok uit het restaurant was er die avond niet. Er waren wel genoeg mensen voor het opdienen van de borden. Helaas veel werk hadden ze niet in dit restaurant. Mijn eten was al op en anderen hadden nog geen eten gekregen. Als de service in het restaurant je niet bevalt, maak dan van je oren en dan hoefden we alle dranken niet meer te betalen. Toch enkele moeilijke momenten voor de locale gids Chan die het restaurant had aanbevolen. Zijn procentje zal hij niet meer krijgen van het restaurant. En nu met de TukTuk taxi terug naar het hotel.

In Cambodja is er vrijheid van godsdienst, op voorwaarde dat uitoefening van dit recht niet leidt tot aantasting van andere religies of tot schending van de openbare orde en veiligheid. Het boeddhisme is de dominante godsdienst in Cambodja. Strikt genomen is het geen religie, maar een filosofie, een levenshouding. Er zijn geen goden. Zo zie je in het straatbeeld veel monniken in oranje gewaden. Het boeddhisme heeft een grote invloed op het dagelijkse leven en dat uit zich in het aanbieden van offergaven in tempels, het geven van aalmoezen aan monniken en het bijwonen van religieuze festivals. Iedere Cambodjaanse man wordt geacht voor kortere of langere tijd toe te treden tot de gemeenschap van monniken. Van monniken wordt verwacht dat ze een ascetisch leven leiden. Door toe te treden tot een orde effent men het pad naar het nirvana. Dit is de toestand van gelukzaligheid, het ultieme doel van iedere boeddhist. De Cambodjanen geloven in de reïncarnatie. Het bereiken van het nirvana is een lange weg en de meeste boeddhisten zijn tevreden als ze in hun leven iets kunnen toevoegen aan hun karma, om in een volgend leven in een betere en hogere positie terug te keren. Ze werken dus aan hun toekomst. De islam is na het boeddhisme de voornaamste religie. Tot de 14 de eeuw bepaalde het hindoeïsme het religieuze, politieke en culturele leven van de Khmer. In deze periode bestond het hindoeïsme en het boeddhisme vaak naast elkaar. Het hindoeïsme heeft de tempelbouw, beeldhouwkunst, klassieke dans en literatuur diepgaand beïnvloed. In het hedendaagse Cambodja speelt het hindoeïsme geen rol van betekenis meer. Het christendom heeft er nauwelijks wortel geschoten. Het confucianisme en taoïsme kan je hier ook terugvinden in de samenleving.

Op de laatste dag in Cambodja zijn we naar Angkor Thom gereden. Onderweg stopt de bus eventjes en komen er controleurs op de bus om te kijken of we allemaal nog onze toegangspas hebben. Angkor Thom betekent “Grote Stad”. Angkor Thom ademt een eigen sfeer uit, voornamelijk door de invoering van het boeddhisme in de architectuur. De hoofdstad, het bestuurlijke en godsdienstige centrum van het Khmer rijk op zijn toppunt, bood onderdak aan honderdduizenden inwoners. De stad werd omringd door een 100 m brede gracht van 12 km lengte. Woeste krokodillen in de gracht moesten eventuele aanvallers afschrikken.

We zijn afgezet aan de zuidelijke poort. Over de gracht naar de poort loopt een 100 m lange weg met aan weerskanten een balustrade met beelden van goden en demonen. De goden aan de linkerkant met hun amandelvormige ogen zien er sereen uit, in tegenstelling tot hun opponenten aan de rechterkant die met hun militaire helmen en bolle ogen een norse indruk maken. Goden en demonen houden een reusachtige negenkoppige slang in hun handen, een verwijzing naar “het karnen van de oceaan van melk”, het beroemde bas-reliëf in Angkor Wat.

Je kan zien dat er enkele hoofden op deze beelden zijn vervangen door replica. De originele hoofden van deze beelden zijn gestolen. De kunstschatten van Cambodja worden ernstig bedreigd door diefstal. Dit is geen nieuw fenomeen, want al tijdens het rijk van Angkor plunderden binnenvallende troepen van de Cham en Thai de tempels. De plunderaars drongen met geweld de tempels binnen op zoek naar schatten. Ook verkochten de Rode Khmer kunstvoorwerpen op de zwarte markt in Thailand, om dan hun strijd tegen de regering te kunnen financieren. Niet alleen werden objecten zoals hoofden ontvreemd, maar ook reliëfpanelen. Door deze handel in illegale kunst zagen velen de mogelijkheid om zich te verrijken. Zo is er een groot deel van het culturele erfgoed van de Khmer voorgoed voor Cambodja verloren.

De zuidelijke poort heeft op de hoeken van de basis driehoofdige stenen olifanten die met hun slurven het bouwwerk lijken te ondersteunen en wordt bekroond door een toren met de vier gezichten van een lachende bodhisattva, een verschijningsvorm van Boeddha. Van hieruit kon je zelfs gebruik maken van een olifant om naar Bayon te gaan in het centrum van Angkor Thom. Hier kwam je verkeersborden tegen van overstekende olifanten. Ik ben met een busje naar Bayon gereden. Wow, wat een tempel met zoveel glimlachende gezichten. De glimlach, het handelsmerk van de Cambodjanen. De meer dan 200 geheimzinnig glimlachende gezichten op de 54 torens verlenen de tempel zijn grote aantrekkingskracht. De gezichten kunnen wel 3 meter hoog zijn, bestaande uit verschillende blokken. Aanvankelijk was men het oneens over wie de beelden nu voorstellen: Shiva, Brahma of Boeddha. De gangbare theorie is nu dat de gezichten zouden kunnen toebehoren aan de “Boeddha van het mededogen”, maar gemodelleerd zijn naar het portret van de vorst die de bouwwerken liet doen. De vorst zette daarmee de traditie van god-koning voort, alleen was de monarch nu de reïncarnatie van Boeddha in plaats van een van de hindoegoden. Brahmaanse priesters verwijderden een aantal boeddhabeelden en in de 13de eeuw deed Bayon dienst als hindoe heiligdom. Je hebt de indruk van op een afstand dat de tempel lijkt op een stapel rotsblokken zonder structuur. Binnen in de tempel heb je het gevoel door de steile trappen, kleine binnenplaatsen, verschillende gangen en torens dat je in één groot doolhof aan het lopen bent. Je moet het bouwwerk betreden en beklimmen om het op zijn juiste waarde te schatten. Pas op het bovenste terras komen de torens met de gezichten tot leven. De Bayon is 45 m hoog en telt drie niveaus. De verschillende niveaus lopen in elkaar over en het hoogste niveau rond de centrale toren heeft een cirkelvorm. In sommige blokken van de tempel zie je gaten. Op de muren van de galerijen op de eerste en tweede verdieping kan je bas-reliëfs met historische en godsdienstige afbeeldingen zien. De belangrijkste thema’s zijn de strijd tegen de Cham en het leven van de bevolking in de 12de eeuw. Je kan oa een paneel zien van een militaire processie op de Bayon. Infanterie, officieren te paard, muzikanten en commandanten op krijgsolifanten. Eveneens de vorst gevolgd door zijn vrouwen passeren de revue. Je kan ook beelden zien van het werk op het platteland. Binnenin de tempel kan je verschillende boeddhabeelden zien. Je kan zelfs aan zo een boeddhabeeld een wierookstokje in een pot met zand steken. Wie weet brengt het U geluk. Juist aan de uitgang aan de andere kant van de tempel stond er ook een enorm groot Boeddhabeeld waarvoor monniken aan het bidden waren.

Verder zijn langs het “terras van de olifanten” en het “terras van de lepra koning” gaan lopen. Het terras van de olifanten is een 300m lang terras. Van op dit terras kan je in de verte een bouwwerk zien, die men aan het restaureren is en niet toegankelijk is voor het publiek. Hier bevond zich vroeger het koninklijke paleis. Vanuit een houten paviljoen keek de monarch toe op de festiviteiten die werden gehouden op het grote plein voor het platform. De trappen in het midden naar het terras zijn versierd met leeuwen en garuda’s. Het terras dankt zijn naam aan de bijna levensgrote afbeeldingen van olifanten en hun begeleiders op de façade van het terras.

Vervolgens zijn we gaan kijken naar het “terras van de lepra koning”. Dit is een 6 m hoog platform en dateert uit het eind van de 12 de eeuw. De buitenmuren en de muren van het interieur zijn versierd met bas-reliëfs van uitzonderlijke kwaliteit, met garuda’s, naga’s, apsara’s en koningen met een kroon op het hoofd en zwaard in de hand. We hebben gelopen in een nauwe gang rond de oudere binnenmuur. Hier zie je reliëfs in zeer goede staat. Doordat het gerestaureerd is mist het daardoor wel iets van zijn authentieke sfeer. We zijn dan naar boven gegaan op het platform, waar we een replica zagen van een naakt beeld. De vorst die dit terras heeft gebouwd leed aan de ziekte van lepra. Maar het beeld is ouder van datum, zodat de het misschien de vorst voorstelt die Angkor stichtte en ook lepra had. Kenners houden het erop dat het beeld is van de “God van de dood” en dat het terras bedoeld was als koninklijk crematorium. Men heeft het beeld een beetje aangekleed met een oranje doek. Voor het beeld zie je potten met wierrook stokjes en een box om uw geld achter te laten. Op het platform zat er een man aan het bedelen. Lepra had deze man niet, maar wel had hij geen twee benen meer. Een beetje geld hebben we niet in de box achtergelaten, maar wel aan deze man geschonken. De blijdschap was af te lezen op zijn gezicht door mijn gift.

Voor het instappen op de bus heeft een vriendelijke verkoper terug een boek over de Cambodjaanse tempels onder mijn neus geschoven om het te kopen. Er bleef een lach op zijn gezicht na mijn afwijzing. De wegen door de bosrijke gebieden zijn hier tamelijk recht. Langs de kant van de weg zaten verschillende aapjes voor zich uit te staren. We hebben hier een foto stop gemaakt en de aapjes waren voor ons aan het poseren. Daarna zijn we teruggereden naar het hotel.
Onderweg zag ik langs de weg een Belgische vlag aan de ingang van een toegangspoort. Dit zal waarschijnlijk de Belgische ambassade zijn in Siem Reap.

Een probleem waar ze ook mee te maken hebben is de legale en illegale houtkap in de bossen. De natuur geraakt door de houtindustrie zo uit zijn evenwicht. Hierdoor zal ook de jacht verminderen omdat er minder bossen zijn. De visvangst heeft ook ernstig te lijden onder het verzilten van meren en rivieren, een gevolg van de ontbossing.

Een deel van de groep had nog een strandvakantie in Vietnam en we namen afscheid van deze medereizigers. Héééé dis, de bus was bijna weg zonder onze sympathieke vriend. We hadden nog een volledige namiddag vrij en zijn met de TukTuk motortaxi naar het oude stadscentrum geweest van Siem Reap. Een frisse duik nemen in het zwembad zat er niet meer in wegens de dreigende regenbuien. Gelukkig zaten we op het moment dat het goed begon te regenen, toch droog in een Cambodiaanse bar. De regenvestjes en de paraplu’s in het straatbeeld kwamen weer naar boven. Af en toe kwam er bij ons aan tafel bedelende mensen langs.

In het hotel kunnen we ons nog een beetje opfrissen voor de terugreis en ik geniet nog van de Khmer pop muziek op TV. De moderne muziek is sterk beïnvloed door Amerikaanse en Thaise popmuziek. De klassieke Cambodjaanse muziek is bedoeld als begeleiding bij religieuze rituelen en dansen en wordt onder andere ten gehore gebracht tijdens huwelijksplechtigheden. In deze klassieke Cambodjaanse muziek zijn er invloeden van Indië en Indonesië. Op TV heb ik ook de klassieke danskunst kunnen bewonderen. De klassieke danskunst was nauw verweven met de hofcultuur en gloriedagen van het rijk van Angkor. De oudste dans, de “aspara”, heeft een geheel eigen karakter dat uniek is voor Cambodja. Er moesten veel asparas aan het hof verblijven, dit om er de grootsheid van de god-koning uit te beelden. Aan de kleding van de danseressen, de asparas of “hemelse verleidsters”, wordt grote zorg beteed. Traditiegetrouw dragen ze een zijden japon, een tuniek waarin stukjes spiegelend glas en munten zijn verwerkt en een hoofddeksel dat lijkt op een minireplica van een pagode.

’s Avonds zijn we naar de luchthaven gereden en hebben we afscheid genomen van de locale gids Chan en de buschauffeur. Eveneens nemen we nu afscheid van onze gids Sebastien. Een dikke fooi voor de reisleider Sebastien. Hij streefde naar perfectie en wou dat alles in orde was voor de reizigers.
Ik wil onze reisleider nog eens bedanken voor de perfecte reisbegeleiding in Vietnam en Cambodja. Of zoals onze sympathieke vriend het mij vertelde: “le guide est geniale”. Het zal wel zijn! Sebastien heeft bijna allemaal zijn foto’s genomen. Als dat geen zorg en extra service is voor zijn klanten. Ik heb zeer genoten van deze reis die zeer leerrijk en gevarieerd was. Het is een reis die zal blijven plakken in het geheugen, zoals de plakrijst in Vietnam en Cambodja. Ik zou ook al de medereizigers willen bedanken voor het welslagen van deze reis.

Op de luchthaven viel weer de administratie op. Drie verschillende stempeltjes in de reispas om het land te kunnen verlaten. Op de luchthaven heb ik nog enkele postkaarten gekocht met mooie afbeeldingen van tempels in Cambodja. Voor alles wat je kocht hadden ze je reispas nodig en vulden ze in hun computer alle mogelijke nummers van men reispas in. We zijn teruggevlogen naar Ho Chi Minh in Vietnam. Weer veel papiertjes invullen op het vliegtuig. Op de luchthaven mochten we niet direct naar de balie om de boardingpas af te halen voor de vlucht naar Parijs. Ze lieten ons nog een rondje draaien om terug bij dezelfde balie te komen. We moesten eigenlijk weer de “griep detectoren” passeren. Ik zag dat alles groen was op het computerscherm in mijn lichaam. We verlaten dus kerngezond Vietnam. Ze zouden je hier desnoods in quarantaine houden.

Bij aankomst in Parijs was het nog even wachten op de bus naar Brussel. Onderweg naar Brussel waren de rijstvelden vervangen door graanvelden en maïsvelden. Moe maar voldaan komen we aan in Brussel en nemen we afscheid van de medereizigers. Het is een reis die ik andere mensen zeker kan aanbevelen. Go east, en laat je verrassen door de wondere wereld van het oosten.